Weet je nog, tig jaar geleden? Dat je met je kleintje naar het strand ging? Dat kleintje is nu boven je hoofd gegroeid en dan is een dagje strand toch heel anders.
Op het strand met de peuter:
- ‘Nee, zand kun je niet eten.’
- ‘Niet te ver.’
- ‘Kom, ik smeer je even in.’
- ‘Ja, ook op je hoofd.’
- ‘Blijf je bij de handdoek.’
- ‘We hebben geen appelsap’
- ‘Drink je water op.’
- ‘Nee, het water uit de zee kun je niet drinken.’
- ‘Het is warm dus je moet je beker helemaal leeg drinken.’
- ‘Helemaal, ja.’
- ‘Niet het water op het zand gooien.’
- ‘Nee, je mag niet alleen naar zee.’
- ‘Vraag maar aan papa.’
- ‘Kom, we halen wel een emmer water.’
- ‘Niet over de handdoeken lopen met je zandvoeten.’
- ‘Geen water op de handdoeken gooien.’
- ‘Spat papa maar nat, oke?’
- ‘Een zandkasteel? Begin maar alvast.’
- ‘Nee, niet huilen, ik help je zo.’
- ‘Kom, ik smeer je even in.’
- ‘Ja, ook onder je voeten.’
- ‘Eet je broodje even op.’
- ‘Dat is gewoon waterkip, dat lust je wel.’
- ‘Ik smeer je nog een keer even in.’
- ‘Ja, ook je billen.’
- ‘Nee, we gaan niet al je kleren aan doen.’
- ‘Loop maar even in je blote kont.’
- ‘Water is nu eenmaal nat.’
- ‘Niet huilen.’
- ‘Het is niet koud.’
- ‘Het is niet warm.’
- ‘Wéér zwemmen?’
- ‘Vraag maar aan papa.’
- ‘Zand hoort erbij, we schudden straks alles wel uit.’
- ‘Nee, ik ga je niet dragen.’
- ‘Nee, we gaan niet nóg een ijsje eten.’
- ‘Niet huilen.’
- ‘Ga maar even naar papa toe.’
Op het strand met je puber
- ‘Met die dopjes in je oor hoor je niks, hè.’
- ‘Hoezo je hebt geen handdoek meegenomen?’
- ‘Nee, ik weet niet waar je zwembroek is.’
- ‘Dan ga je toch in je onderbroek?’
- ‘Je kent hier niemand, wat maakt het uit.’
- ‘Oke, dan ga je toch lekker naar huis.’
- ‘Nee, ik weet niet waar je vader is.’
- ‘Ga je niet te diep in zee?’
- ‘Een surfplank huren?’
- ‘Eten? We hebben net ontbeten!’
- ‘Smeer je je wel goed in?’
- ‘Vervelen is goed voor je?’
- ‘Misschien wil je vader voetballen.’
- ‘Patat? Het is pas 11 uur.’
- ‘Nee, ik heb geen cola bij me.’
- ‘Geld? Waarvoor?’
- ‘Nee. ik heb geen oplader voor je.’
- ‘Er is hier ook geen stroom hè…’
- ‘Nee, ik heb ook geen power bank bij me.’
- ‘Hoezo je lust geen brood?’
- ‘Die hoodie is misschien wat overdreven.’
- ‘Van een beetje zand ga je heus niet dood.’
- ‘Ik kan er ook niks aan doen dat je benen niet helemaal op je handdoek passen.’
- ‘Nee, we gaan nog niet naar huis.’
- ‘Kijk anders even waar je vader is.’
- ‘Heb je je wel ingesmeerd?’
- ‘Nee, we huren geen bedjes.’
- ‘Een koud biertje? Dacht het niet.’
- ‘Ik heb inderdaad alleen maar een bikini mee.’
- ‘Nee, ik trek geen trui aan.’
- ‘Zullen we gaan zwemmen?’
- ‘Hoezo je houdt niet van zoutwater?’
- ‘Zonlicht is prima om een selfie te maken.’
- ‘Nee, we gaan nog niet naar huis.’
- ‘Waarom moet je huilen?’
- ‘Ik zei nog: niet met je telefoon in het water.’
- ‘Ik kan wel huilen.’
- ‘Waar is je vader?’