Moeders zijn onmisbaar bij huiswerk. Ja zelfs als je zelf -zoals Margriet- een rechtgeaarde alfa bent, moet je toch eerste hulp verlenen bij scheikunde. Een vak dat je nooit zult snappen, al word je honderd. Zo gaat dat.
- Puber heeft morgen scheikundeproefwerk
- Jahaa, mam. Ik ga zo beginnen. Echt.
- Jahaa, mam. Mijn mobiel ligt op het aanrecht.
- Nou kijk eens: ik ga beginnen.
- Mam, kom eens. Wil je me dit uitleggen?
- Waarom snap je er niets van. Je hebt toch ook scheikunde gehad?
- Maar een jaar? Nou dat betekent toch dat je het hebt gehad? Probeer het gewoon.
- Nee, N is geen natrium maar stikstof.
- Hoezo: ‘Zie je wel dat ik het niet snap’.
- Je hebt toch wel langer dan een jaar Nederlands gehad, de opdracht staat hier echt gewoon in het Nederlands.
- Nee mam, verbranden is wat anders dan verhitten.
- Waarom doen ze zo ingewikkeld met oplossing, suspensie en emulsie.
- Ik noem het gewoon allemaal ‘mengsel’, lijkt me beter.
- Waar is papa eigenlijk?
- Nou ja, die snapt het wél.
- Zeker, maar dit is geen Duits, Frans of Engels, dus echt veel heb ik niet aan je.
- Nee mam, mit nach nebst samt bei seit hoef ik nu niet te oefenen.
- Ja mam, ik weet dat bon, grand, petit en de rest vóór het zelfstandig naamwoord komen.
- Maar eh, mam, ik heb morgen schéikunde. En geen vreemde taal. Gelukkig.
- Een taal altijd handig? Daar denk ik echt anders over.
- Mijn telefoon. Díe is altijd handig.
- Maar ja, die mag ik weer niet gebruiken als ik huiswerk maak.
- Ik kijk alleen even of-ie al is opgeladen.
- Hahahahahahaha! Die Insta-foto van Ruben! Hahahahahaha! Ziek chill. Ik like ‘m ff.
- Nee wacht. Even een reactie sturen. Hahahahaha.
- Oh, ik word nu ook geliked.
- Ja ja, ik ga verder. Maar jij begon net zelf ook over wat anders hè, over ‘het belang van talen’, weet je nog?
- Nu ik scheikunde – uit mezelf! – helemaal snap, denk ik erover het toch maar binnen m’n profiel te kiezen.
- Kan ik meteen een vreemde taal laten vallen.