Zo vlak voor kerst moet Saskia nog best veel doen. En met al die stress is ze niet per se de leukste huisgenoot. Maar dan leren haar pubers hoe het óók kan. Met nota bene een advies dat ze zelf altijd voor hún voeten gooit.
Zo vlak voor kerst blijkt altijd maar weer dat ‘de feestdagen plannen’ niet mijn grootste talent is. Kerst komt om te beginnen altijd eerder dan ik had verwacht, wat best gek is aangezien het altijd op 25 en 26 december valt, en het neemt vrijwel altijd een onaangename hap uit mijn week zodat ik voor al dat feestgedruis 200 dingen extra moet doen en op De Dag zelf ademhappend aan de dis zit omdat ik altijd wel iets of iemand ben vergeten. Ook dit jaar dreigt het mis te gaan, hoewel heel veel niet kan, met dank aan corona, dus zou plannen niet zo ingewikkeld moeten zijn, maar toch.
Terwijl ik deadline na deadline zit weg te werken, honderd to do-lijstjes probeer af te strepen en een groot aantal telefoontjes en mails beantwoord, komt er om de haverklap een puber mijn werkkamer binnenlopen die iets nodig heeft – eten, geld, schone kleren, nieuwe kerstoutfit of allerhande vragen mijn kant op strooit – wat zal ik vandaag gaan doen (geen idee), kun jij een fake-id voor me kopen (nee!), mag ik op kerstavond drinken (ook nee!) en zijn alle winkels open met kerst (godzijdank ja, maar tot 17:00 uur).
Kerstplanning stroomlijnen
Tussendoor probeer ik ook nog de kerstdagen te stroomlijnen. Wat kan wel en wat niet? Kunnen we kerst in shifts vieren? Laat ik mijn pubers een test doen (ze zijn gevaccineerd, maar stel ze hebben wel corona en zijn er niet ziek van) zodat ze naar hun grootouders kunnen? En met wie doen we kerstlunch en met wie kerstdiner?
Ineens vind ik kerst zonder cadeautjes ook best kaal, sinterklaas vierden we óók al niet, dus wil ik alsnog een boom met van die chic verpakte cadeaus eronder. En ik wil het huis omtoveren tot een soort kerstwalhalla hoewel ik werelds slechte stylist ben. Bovendien is dat een behoorlijke uitdaging met een hond die een voorliefde heeft voor álles omgooien en opeten en nogal lomp in zijn gedrag is. En dan moet ik nog na gaan denken over tweede kerstdag en uitvogelen of de grapjas die ‘derde kerstdag vieren we toch ook?’ riep serieus was.
Terwijl mijn ene puber iets probeert uit te leggen over haar schoolopdracht die nog vóór kerst af moet zijn, en de andere puber zijn werkschema met mij doorneemt, want hij weet niet precies welke kerstdag hij vrij is, sta ik als een malle op mijn slapen te kloppen om de aanzwellende hoofdpijnweg kan duwen. In mijn hoofd groeien ondertussen de lijstje: dit moet ik nog doen, dat moet ik nog doen.
Ik moet, ik moet, ik moet
Ineens schrik ik op. ‘Mam? Mama? MAM!, luister je wel?’ , roept de een. ‘Jeetje, waar bén jij met je gedachten?’, zegt de ander. Ik zeg dat het een behoorlijke chaos in mijn hoofd is omdat ik nog zoveel werk moet afronden, maar ondertussen ook een heel kerstdiner in elkaar aan het draaien ben, en een logistiek schema maak zodat we de mensen die we willen zien, ook kunnen zien, en niet de coronaregels overtreden. Terwijl ik het mijn puber uitleg, hoor ik mezelf zeggen: ‘Ik moet nog dit afmaken, ik moet nog dat doen, ik moet nog boodschappen doen, ik moet nog cadeaus kopen, ik moet nog, ik moet nog, ik moet nog…’
Mijn pubers gaan er eens goed voor zitten. Niet omdat ze per se willen luisteren naar mijn geprevel, maar omdat ze dit soort momenten, dat je je moeder even lekker een spiegel kunt voorhouden, graag aanpakken. ‘Mam’, zeggen ze met een uitgestrekt snoetje. ‘Wat zeg jij nou altijd tegen ons als wij ons zo druk maken?’ ‘Dat jullie je niet zo druk moeten maken?’, piep ik. ‘Neehee, dat het de kunst is om niet van je to-do een prioriteit te maken, maar van jézelf. Dus wat wíl jij?’ Mijn twee pubers kijken, enigszins triomfantelijk, naar mij. Mijn mond valt open. Ik roep dat inderdaad als hun hoofden overlopen, maar ik had nooit verwacht dat dat ook in hun brein zou beklijven.
Wat wíl je?
Ze hebben natuurlijk gelijk. Want in deze hele brei van kerstchaos vergeet ik natuurlijk om te denken wat ik wil. Dus pak ik mijn to do-lijstjes er weer bij en ga strepen. Bij elke to do-punt denk ik: wat wíl ik? En dan blijkt dat er lucht komt in de chaos. Dat dat ene project voor werk echt niet voor kerst af hoeft te zijn, dat op eerste kerstdag dat ene bezoekje ook op een ander moment kan, dat we twee van de drie corona-proof feestje ook best kunnen we overslaan, dat er geen zakken vol cadeaus onder de boom heven te liggen en dat het huis geen VT-wonen kerstsfeer hoeft te hebben. Ik dank mijn pubers voor deze wijze les. ‘Tuurlijk’, zeggen ze schouderophalend. ‘Alleen dat van die cadeaus onder boom hoef je natuurlijk niet te schrappen, hè. Even wil ik Team Opportunisme ermee weg laten komen, maar ben scherp genoeg om te antwoorden dat dat alleen kan als zij alle andere punten van mijn to do-lijstje gaan afwerken. Ha.