Lange tijd ergerde Saskia zich aan de stapels spullen die haar pubers achterlieten op de trap, de plek die ze zagen als een verlengstuk van hun puberhonken. En waar je dus allerlei zooi kunt neerleggen. Dat moet anders vond ze, maar zo’n maagdelijk lege trap was het toch ook niet helemaal.
Troep op de trap. En dan heb ik het niet over een hoopje magazines of shirts dat naar boven of naar beneden moet worden getransporteerd, maar serieuze stapels spullen. Je zou kunnen zeggen dat met pubers is in huis er genoeg andere nijpende zaken zijn om je aan te ergeren, maar als het op binnenhuis-irritaties aankomt staat dit toch echt bovenaan mijn lijst. Nog boven het wildplassen in de wc door bepaalde huisgenoten en een niet opgeruimde keuken bij thuiskomst.
Handenvol de trap op
Met twee pubers, die de trap als verlengstuk van hun puberdomein beschouwen, werd de trap een steeds meer dichtslibbende levensader in huis. De kasten op hun kamers waren leeg, de trap overvol. Elke tree nodigde uit tot verzamelen. Schone was, vieze was, boeken, schooltassen, sportkleren, borden, bekers, schoenen, natte handdoeken. Mijn pubers bewogen zich soepel door hun zelfgecreëerde chaos op de trap en negeerden de regel dat wat op de trap staat neem je mee naar boven volkomen.
En dus liep ik vaak met mijn handen vol die trap op. Wat overigens geen troep-loze trap opleverde, want een maagdelijk lege trap nodigt onmiddellijk uit tot het neerzetten van allerlei spullen. Soms liep ik met handen vol naar boven en lag er op de terugweg naar beneden alweer een nieuw stapeltje van het een en ander.
Hinkstapspringen
Dat moest anders. Want ik ben natuurlijk niet van de afdeling trap-opruimen, ik heb wel wat beters te doen. Om de noodzaak tot opruimen nog maar eens te benadrukken liet ik alles liggen. Want bij gebrek aan loopruimte op diezelfde trap zou iemand toch een keer moeten denken: misschien moet ik mijn spullen hun eigenlijke plek weer geven: in een kast, bijvoorbeeld.
Het gebeurde niet. De treden bleven zich vullen met allerhande spullen. Bovendien bleken mijn pubers ook nog eens uit te blinken in hinkstapspringend de trap op te lopen, al hun spullen nauwkeurig ontwijkend. Dat lukte mij niet, ik gleed daarentegen ondersteboven de trap af. Met als gevolg een pijnlijke pols. Ja, en toen kon wel iedereen zijn spullen mee naar boven nemen. En had ik mijn lege trap.
Een lege trap is het ook niet
Na een dag voelde het al ongemakkelijk. Want door het ergeren aan de overvolle trap zag ik over het hoofd waar het óók voor diende. Het was namelijk de boodschapper van ons drukke familieleven. Aan het aantal schoenen en jassen op de trap weet ik hoeveel pubers er boven vertoeven. Liggen er boeken, dan is het huiswerk gedaan. Staat de schooltas nog ingepakt dan moet er een kind tot huiswerk maken worden gemaand. Sportkleren in een tas dan eet iemand later, sportkleren uit de tas dan kan de wasmachine aan. Natte handdoek? Dan hoef ik me niet te bemoeien met de persoonlijke hygiëne van mijn pubers.
Bij binnenkomst wist ik meteen wat de situatie thuis was. Die overvolle trap met familie-informatie voorkwam bovendien een boel geschreeuw van beneden naar boven en vice versa. Een blik op de trap was immers genoeg om te weten hoe de zaken ervoor stonden. En dus mocht onder mijn toeziend oog de trap weer vol slibben. Met mate uiteraard, opdat er geen ongelukken gebeuren. Gelukkig hoef ik maar te refereren aan die week waarin mijn pubers alles voor mij moesten doen vanwege mijn gekneusde pootje. Dat is voldoende om de trap enigszins begaanbaar te houden.