Supertrots is Arjan als zijn zoon uit zichzelf een baantje aanneemt in de supermarkt. Maar na een week vakkenvullen is de carrière bij ‘s lands grootste kruidenier al in de kiem gesmoord.
Arjans zoon hield het vakkenvullen precies één week vol
“Ik heb mijn contract opgezegd”, komt onze zoon opgewekt binnen. Zijn carrière bij ‘s lands grootste grootgrutter heeft hij in de kiem gesmoord, na een week noest vakken vullen. Maandag begon hij met blij gemoed, eurotekens in de ogen. Kwam ook blij weer thuis die dag en vertelde enthousiast over zijn bijbaantje. “Het was leuk. Ik mocht de restanten doen en de acties. Maar ik stond het langst bij de frisdrank.”
Dag twee
Op dag twee vertrekt hij te laat van huis. Waarschijnlijk omdat de supermarkt te dicht bij huis is. Op dinsdag worden de verhalen al iets grimmiger. Zijn teamleider, een twintigjarig wicht, smeert hem op het ene moment stroop om de mond, het andere moment snauwt ze hem af om zijn traagheid en jaagt hem op. Hij krijgt ook op zijn kop omdat ie te laat kwam. Voortaan moet hij er om vijf vóór negen zijn. Lichtpuntje dat hem siert: een oud vrouwtje dat in het frisdrankenpad loopt, vraagt hem waar de cola staat. Niet alleen wijst hij haar de cola, hij brengt haar ook naar de kassa.
Dag drie
Op dag drie zijn de klachten niet van de lucht: hij moet te veel doen in te weinig tijd. Zijn vingers en handen gaan kapot van het vele plastic en karton scheuren. Zijn teamleider blaft hem constant af of paait hem. Het is bij de beesten af. Als ik boodschappen kom doen, zie ik hem staan en denk: is dat écht mijn zoon in dat AH-jasje? Hij lijkt zo groot! Thuisgekomen is hij resoluut in zijn besluit: hij wil stoppen. Probleem is alleen hoe dat aan te pakken? Hij vindt het moeilijk om zijn filiaalmanager erover aan te spreken.
Dag vier
Op dag vier kom ik weer boodschappen doen tegen de tijd dat hij bijna klaar zou moeten zijn. Hij komt maar niet buiten. Ik bel hem. Hij is een test aan het maken: Wat te doen als er brand is? Thuisgekomen vraag ik hem of ie de filiaalmanager heeft gesproken. “Nee, er waren te veel mensen om hem heen.”
Dag vijf
Vandaag, op dag vijf, lukte dat wel. Hij vertelt dat hij een formulier moest invullen waarom hij wilde stoppen. “Ik vond het werk niet leuk, mijn handen liggen open en ik werd heel erg opgejaagd door mijn teamleider.” Ze mogen daar wel eens beter op hun kleintjes letten. Benieuwd of het bordje ‘vakkenvullers gevraagd’ er nog hangt.