Onze pubers willen best wel met en bij ons zijn, of met ons ergens naar toe gaan. Als we ons maar gedragen. En geen dingen doen waarvoor zij zich kunnen schamen. En die lijst met ‘dingen’ is nog best groot.
- Ademen
- Wijn drinken, of eigenlijk alcohol drinken. Want daar gaan we zó dom van doen.
- Dansen in het algemeen, want echt daar wordt toch niemand blij van?
- Dansen met onze partner in het bijzonder
- Dansen met hun vrienden is sowieso uit den boze – Don’t. Even. Try.
- Zingen
- Rappen
- Jodelen
- Zelf hummen wordt niet geapprecieerd
- En eigenlijk alles wat met ritme en muziek te maken heeft graag vermijden – ‘Je denkt toch niet dat dat mooi is?’
- In onze bikini lopen
- Of in die ene rode jurk
- En die zwarte
- En blauwe
- Op hakken paraderen
- Of nieuwe Nikes dragen. Waarom hebben we überhaupt sneakers nodig?
- Heel hard praten
- Of heel hard ‘Heee hoooooi hoe ist het nu?’ zeggen tegen bekenden
- Of ‘Joehoe’ schreeuwen tegen niemand in het bijzonder
- Vragen of ze met ons naar het café gaan – ‘Met jou? Ben je gek of zo?’
- Aardig doen tegen hun vrienden – ‘Jezus mam, je bent toch niet zijn vriend? Doe even normaal!’
- Autorijden als een gangsta rapper
- Hen aanspreken met ‘gast’
- Of met ‘dude’
- Of ze überhaupt aanspreken
- Naar Lil’ Kleine luisteren
- Of naar Josylvio.
- Of meezingen met Ronnie Flex.
- Zoenen.
- Smakken – ‘Gatver, ik hóór je eten!
- Vragen naar de tussenstand (met voetbal)
- Vragen welke transfer er deze week is gemaakt (ook met voetbal)
- Zomaar hun kamer binnenkomen – ‘Kun je niet kloppen of zo?’
- Zomaar vragen of ze die kamer ook kunnen opruimen
- Helemaal als er vrienden in die kamer zijn
- Vragen of die vrienden iets willen eten
- Vragen of de ouders van die vrienden weten dat ze hier zijn
- Beter helemaal niet tegen die vrienden praten – ‘Mam, ze zijn echt niet geïnteresseerd in jou’
- Hun school binnenlopen, ook al is het voor een tien minutengesprek
- Hun school binnenlopen, ook al is het voor hun diploma-uitreiking
- Uitzwaaien bij schoolreisjes – ‘Ben je lijp of zo, wie doet dat nog?’
- Een muts opzetten als het koud is
- Schaatsen
- Vallen met die schaatsen
- Een heerlijke gezonde maaltijd op tafel zetten
- En dan tien keer zeggen hóe gezond die wel niet is
- Sporten in het algemeen
- Yoga voor de televisie doen in het bijzonder
- Klagen over je werk – ‘Wie heeft het hier nu zwaar? Jij echt niet’
- Zijn
***
Heb je ons huiswekhandboek al?
