Als het aankomt op praten, dan zijn pubers niet per se de meest spraakzame gesprekspartners. Saskia vond een manier om een écht gesprek -jeweetwel, eentje met vragen en antwoorden- met haar pubers te voeren.
Mijn pubers stoten vooral eenlettergrepige klanken uit op de vragen die ik stel: ‘Duh’, ‘Ja’, ‘Nee’. ‘Oké’. Wat er echt in hun leven afspeelt en in hun hoofd omgaat is voor mij dus niet altijd duidelijk. Ik stelde ook open vragen, die zeg maar niet met een ja of nee te beantwoorden zijn, maar daar kreeg ik dan een non-verbaal antwoord op: oogrollen. Ik had mijn poging nog een gesprek te voeren min of meer al gestaakt toen ik onlangs met de jongste bij de tandarts zat en we lang moesten wachten omdat er een spoedbehandeling van iemand tussendoor was gekomen.
Beginnen bij een lievelingsdier
Een van de glossy’s die daar op tafel lag bladderden we samen een beetje door en we belandden op een quizpagina met een rijtje vragen die je aan je beste vriendin kon stellen. Of ze die vragen aan mij mocht stellen, vroeg mijn puber in een poging om dat lange wachten te doorbreken. Dat mocht. En dus werkte ik het rijtje favoriete kleur, lievelingsdier en lekkerste eten af. Dat was, grappig genoeg, heel leuk. Want wanneer vraag je dit soort dingen nu aan je moeder? Of aan je puber? Eenmaal thuis dacht ik na over wat er in die wachtkamer was gebeurd. We hadden een leuk gesprek gehad. Want nadat we onze lievelingsdieren hadden prijsgegeven, ging het gesprek automatisch over op welke dieren we in het echt hadden gezien, de reizen die ik had gemaakt, reizen die zij ook ooit hoopte te maken, en dierenleed. Ik vond het bijna jammer dat de tandarts ons kwam halen.
Laagdrempelig
Volgens mij was de truc van dit gesprek dat we op een laagdrempelige manier begonnen, kleuren, dieren, en dat we beiden antwoord moesten geven. Die antwoorden leidden dan weer naar nieuwe vragen en, voila, het pubergesprek is een feit.
Ik testte het die avond met de oudste puber. In plaats van dat ik vroeg hoe het op school was geweest, vroeg ik wat het leukste was dat hij die dag had gehoord. Hij trok een wenkbrauw op, ging toch even nadenken, en vertelde een voorval in de klas met een jongen en een wiebelige stoel. Ik vertelde wat mijn leukste moment van de dag was, waarop hij weer inhaakte. Zo simpel was het dus.
Gesprekskaarten
In ons boek Tishiergeenhotel geven we puberouders een zetje voor een goed gesprek met hun puber: een pagina met 64 kaartjes met daarop de allerleukste en grappigste vragen om aan elkaar te stellen dat kan uitmonden tot een heus gesprek… of niet, want het blijven natuurlijk wel pubers.
Probeer het alvast met deze selectie vragen: