Ik wil niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar in de zomer denk ik toch een beetje met weemoed aan de vakanties uit mijn jeugd. Want dat was eigenlijk één grote verrassing. Je had geen idee waar je naartoe ging, terwijl ik nu de hele omgeving al heb gescand met google earth.
Als ik op vakantie ga, is er maar weinig verrassend. Ik heb vooraf al een 360-gradenvideo van het zomerhuis gezien, met een street webcam de omgeving bezichtigd en weet waar de dichtstbijzijnde hotspots zijn, want gescout op google street view. Ook valt er onderweg geen eer meer te behalen aan het bereiken van de bestemming met een routeplanner en google maps als reisgezellen. De daadwerkelijke vakantie-ervaring, de geur van warm zand en de zilte smaak van je huid, doe ik uiteraard ter plekke op, maar toch.
Dat hele spannende waar komen we terecht en hoe zal het daar zijn-gevoel dat ik als puber zo vaak heb gehad is er nu wel van af. Mijn ouders daarentegen togen als ware pioniers naar Zuid-Europa met slechts een autokaart van tien jaar oud op schoot. In de zomer dat ik twaalf was, we hebben het over de jaren tachtig van de vorige eeuw, gingen we op vakantie naar het Gardameer in Italië. De naam alleen al klonk ontzagwekkend, mystiek, en vooral heel ver weg.
In een volgeladen auto naar Italië
In een groene Renault 4, met daarachter een zelfgebouwd aanhangwagentje waar een De Waard-tent van 100 kilo ingepropt was, vertrokken we naar het voor ons onbekende Italië. Het was overigens goed toeven achterin. Mijn broer en ik hingen ondersteboven op de achterbank en kilometers lang met ons hoofd buiten het raam. Mijn vader rookte de hele weg Gauloises, sigaretten die mij nu nog aan vakantie doen denken, en mijn moeder smeerde opgewekt stapels boterhammen die ze op gezette tijden over haar schouder naar de achterbank gooide zodat haar kuikentjes konden eten.
Er heerste onderweg een opgetogen sfeer, het gevoel van het onbekende, van avonturen beleven. Zelfs toen we in Oostenrijk een serieuze bergpas moesten doorkruisen en niet alleen de motor oververhit raakte, maar ook de koppelingsplaat het begaf, voelde dat als een ware belevenis. Omdat we nergens een garage konden bellen, sliepen we die nacht niet op een idyllische doorgangscamping, maar in een wegrestaurant waar de eigenaar het prima vond dat we onze luchtbedden en slaapzakken op de grond legden. Mijn ouders, die naast het Nederlands alleen drie woorden Engels spraken, redden zich prima met handen en voeten. Vroeg in de ochtend kwam een monteur die onze auto met elastiekjes weer in elkaar zette.
Vakantie bij de neef van de wijnboer
Eenmaal bij het Lago di Garda bleek de camping die we voor ogen hadden niet meer te bestaan. Een lokale wijnboer redde ons door het adres van de camping van zijn neef op te schrijven. Twee uur later stond onze tent aan het water met uitzicht op de bergen. We hadden een geweldige vakantie.
Dat spannende, dat avontuurlijke, daar had ik serieus heimwee naar. Waarom moest het allemaal zo voorgekauwd zijn? Ik gunde mijn pubers ook zo’n vakantie. Dat niet weten waar je terecht komt, maar ook het afgesneden zijn van je eigen vertrouwde wereldje. Contact met het thuisfront was er destijds niet. Met een handvol munten belde mijn moeder één keer in de week naar mijn oma en schreeuwde dan heel hard en snel dat alles goed was voordat de lijn werd verbroken. En we stuurden een handvol ansichtkaarten naar familie en vrienden. Verder moest iedereen thuis maar afwachten wanneer we terugkwamen om te horen hoe het ons was vergaan. Geen idee of het een met het ander te maken heeft, maar die vakanties leken eindeloos te duren. Juist omdat we zo ontzettend ‘weg’ waren.
Nostalgie oke, maar het moet wel leuk blijven
De vakantie van mijn pubers is echter heel anders. Ze staan de hele vakantie in nauw contact met hun vrienden. Als videobellend en snapchattend nemen zij die mee op vakantie. Het enthousiast thuiskomen vol verhalen is er niet meer bij, want hun verhalen zijn al verteld. Foto’s laten zien hoeft niet, want die zijn al gedeeld. Ik doe daar overigens ook aan mee. Ik deel ook van alles met mijn vrienden. En erger: ik check mijn mail, zodat ik wat betreft werk ook niet echt op vakantie ben.
Mijn man opperde om deze zomer op de bonnefooi naar het zuiden af te reizen. En naar een plek te gaan zonder wifi. De pubers schoten in een stuip en ik wilde toch ook wel een beetje weten waar we naartoe zouden gaan. Want zoals dat met nostalgie gaat, het moet wel leuk blijven. Ik heb dus het huisje al bekeken, de route al in google maps gezet, en mijn pubers gerustgesteld dat er wifi is. Maar bij pech onderweg zal ik niet meteen een garage bellen. Wie weet of we dan het wegrestaurantavontuur krijgen dat ik zo graag wil.