Als Saskia het even niet meer weet, dan vraagt ze aan haar vader hoe dat was toen zij een puber was. En dat relativeert een hoop.
Het was zo’n dag die mijn ene puber tiktokkend op de bank doorbracht en mijn andere gamend in een badjas in bed. Halverwege hun nogal lethargische dagbesteding stiefelden ze door de keuken op zoek naar eten en gingen met armen vol weer terug naar de bank en het bed. Aan het einde van die dag, toen de keuken een warzone was geworden en de bank en bed een soort vuilnisbak, hadden we de ene discussie na de andere die allemaal uitmonden in ruzie.
De geschiedenis herhaalt zich
Ik belde mijn vader, want als je het even niet meer weet met je pubers is het goed om leeg te lopen bij je ouders. Die hebben immers eerder met het bijltje gehakt. Mijn vader luistert graag en lacht vervolgens veel. Dat laatste vind ik niet per se leuk, want zijn gelach eindigt vaak een tikje sardonisch waarbij hij dan ook heel plechtig zegt: ‘Heerlijk, de geschiedenis herhaalt zich’.
Nu was ik in mijn ogen helemaal niet zo’n vervelende, lastige puber, maar mijn vader beweert het tegendeel. Ze hebben hun handen vol aan mij gehad en vervolgens herinnert hij me maar wat graag aan de nachten dat ik uit huis sloop, de keer dat hij me op het politiebureau moest ophalen of dat hij met mij naar het ziekenhuis moest omdat ik met mijn dronken kop met mijn fiets tegen een muur was gereden.
Puber voor de televisie
Ik vertel hem over de dag die ik achter de rug heb met mijn pubers. Ik noem ze lui, verwend, gemakzuchtig, brutaal en zeg dat ik niet snap hoe je in godsnaam de dag horizontaal kunt doorbrengen. Hoe deden zij dat vroeger? Was ik ook zo? Mijn vader luistert en steekt dan van wal. Want was ik soms vergeten dat ik met mijn vriendinnen de héle dag op de bank hing en naar MTV of Sky Channel keek? Gek werden ze ervan, van die vrésélijke muziek die de hele dag door het huis schalde. En hoe vaak waren wij na het stappen de volgende dag pas tegen drie uur ons bed uitgekomen?
En over troep maken gesproken, ging mijn vader, die nu op praatstoel zat, verder, ik liet álles slingeren. Als ik in de keuken was geweest hing niks meer recht, was al het bestek vies en niks opgeruimd. Mijn kamer was een walhalla voor allerlei ongedierte en een verzamelplaats voor al het servies.
Gewoon laten gaan
‘Kortom’, besluit mijn vader, ‘jouw kinderen zijn gewoon heerlijke pubers, net zoals jij dat ook was. Je moet ze maar een beetje laten, dat hebben je moeder en ik uiteindelijk ook bij jou en je broer gedaan. En kijk, jullie zijn vanzelf groot geworden.’
En weet je, het helpt echt als je vader (of moeder) dat tegen je zegt. Niet alleen weet je weer dat jij ook zo was en dat het met jou ook goed is gekomen, maar ook dat het eigenlijk allemaal wel meevalt. Hoe erg is het dat die pubers doen wat ze doen? Juist. En je weet dan ook dat je over twintig jaar tegen diezelfde puber kunt zeggen: ‘Jij was vroeger óók zo.’