De dochter van Saskia stroomde van brugklas havo door naar tweede klas vmbo. Een betere doorstroom had ze voor haar dochter niet kunnen bedenken, al vindt de buitenwereld daar van alles van.
In een oud interview in het Parool vertelt voormalig AFM-topvrouw Merel van Vroonhoven dat ze zich liet omscholen tot docent in het speciaal onderwijs. Een van de reden van die omscholing was een etentje waar ze als bestuursvoorzitter Autoriteit Financiële Markten aan tafel zat naast een prominent PvdA-bestuurder. Merel vertelde dat haar oudste zoon net was begonnen in de brugklas van het vmbo, waarop haar tafelgenoot zei: ‘Goh, wat naar voor je.’ Ze vroeg zich af in wat voor samenleving we zijn beland, want gaat het gaat er toch niet op wat je bent, maar wie je bent? Prima om hoge verwachtingen van je kind te hebben, maar die gaan veel verder dan alleen Cito-scores.
Ik heb dat antwoord ook wel eens gekregen. Een moeder die ik nog ken van de basisschool waar mijn kinderen opzaten herhaalde op mijn verzoek, ik dacht namelijk dat ik het niet goed had gehoord, wat ze zojuist had gezegd: ‘Wel balen zeker dat je dochter nu op het vmbo zit’. Ik was met stomheid geslagen en wist even niet wat ik dommer vond, haar aanname of het feit dat ze behoorlijk denigrerend over het vmbo sprak.
Toen onze dochter in groep 8 havo-advies kreeg waren we trots op haar. En niet zozeer om dat stempeltje ‘havo’, maar omdat ze hard had gewerkt om het beste uit zichzelf te halen. We hadden ook onze twijfels, want ze is geen kind dat leert door te lezen, eerder door te doen. Het vmbo zou in die zin beter bij haar passen.
Maar we volgden het advies van school en dus ging ze naar een havo-brugklas. Wat betreft het sociale schoolleven en buitenschoolse activiteiten vond ze enorm haar draai, maar wat betreft de leerstof was het soms wat veel voor haar. Haar cijfers schoten alle kanten op. Er waren dikke onvoldoendes én dikke voldoendes. Ze vond het huiswerk soms lastig, de proefwerken soms ingewikkeld, en soms was het prima te doen voor haar.
Doorstromen naar VMBO
Maar toch. Waar de kinderen in haar klas redelijk makkelijk het schooljaar doorkwamen, moest mijn dochter best vaak op haar tenen lopen. En het schoolsysteem in Nederland is er nu eenmaal op gericht om vooral de aandacht te richten op dat wat niet goed gaat.
Een jaar lang werd ze op school gewezen op haar onvoldoendes. Het moest hoger, beter, anders, en mijn dochter probeerde dat allemaal, maar de vakken die ze moeilijk vond bleven moeilijk. We zagen haar haar stinkende best doen, maar twee vakken bleven flink onvoldoende en daarom was doorstromen naar vmbo het advies. En weer waren we trots op haar.
Ze ging naar een nieuwe school en vanaf dag één was ze op haar plek. En zagen wij wat we eigenlijk al lang wisten: dit kind past helemaal niet in een havo-systeem, die moet gewoon lekker excelleren op het vmbo. En dat is wat ze doet. Ze is in een omgeving waar ze blij en gemotiveerd is, waar de stof behapbaar voor haar is, en waar leren weer leuk is. Waar ze school vorig jaar stom vond, gaat ze er nu huppelend naartoe.
Druk van ouders
Wat wij leerden van onze dochter is dat een omgeving waar je jezelf kunt zijn het beste in je naar boven haalt. En dat dat belangrijker is dan welk niveau dan ook. Want de beste versie van jezelf is gewoon ook de leukste versie. Voor jezelf en voor je omgeving. Nu pas zien we hoe dat eerste jaar best pittig voor haar was. Hoezeer ze haar best deed, maar het simpelweg niet altijd lukte. En dat het niet aan haar inzet of motivatie lag, maar dat het soms gewoon te snel voor haar ging. De druk die sommige kinderen opgelegd krijgen, van hun ouders en school, maar soms ook van zichzelf, om maar een zo hoog mogelijk niveau te streven, gaat voorbij aan wie ze zijn, en dat is zo ontzettend jammer.
Beste versie van jezelf zijn
Ik keek naar de vrouw die voor me stond en eigenlijk bevestigd wilde zien dat ik baalde dat mijn dochter op het vmbo zat. Haar eigen kind had ze op het vwo gekregen door een aparte toelatingstoets te eisen omdat ze het niet eens was met het havo-advies dat school had gegeven. En waar vanaf dag één alle zeilen bijgezet moesten worden en haar kind van bijles naar bijles pendelt. Ze was overigens niet de enige die mij over de doorstroom van mijn dochter aansprak, andere ouders hadden ook gevraagd wat ik ervan vond. Toen mijn dochter op de havo zat had niemand dat gevraagd.
Blijkbaar hoef je je als ouder met een kind op de havo of hoger niet te verantwoorden tegenover de buitenwereld, terwijl ouders met een kind op het vmbo vaak wel de vraag krijgen hoe ze dat nou vinden? Met het idee dat het allemaal wel niet zo best zal zijn op dat vmbo en dat je als ouder wel teleurgesteld zal zijn dat je kind slechts vmbo doet.
Teleurgesteld? Ik ben eerder trots. Op de school van mijn dochter zie ik de meest bijzondere, leuke, creatieve, en originele kinderen rondlopen. Die allemaal de beste versie van zichzelf zijn. Juist omdat ze zo ontzettend op hun plek zijn. En die de druk en vooroordelen van de buitenwereld heus wel voelen, maar slim genoeg zijn om zich daar niks van aan te trekken. En dat is dan ook precies wat ik doe: me er niks meer van aantrekken. Met een ferme ‘Ik baal ervan dat we haar niet meteen naar het vmbo hebben laten gaan’, laat ik de moeder achter en loop weer verder.
Nog meer lezen? Deze brief schreef Saskia aan elk kind dat naar het VMBO gaat. En waarom kinderen die op het VMBO en MBO zitten geen laag niveau hebben.