De zoon van Marlies weigert een vakantiebaan. Al maanden proberen zij en haar man hun 15-jarige zoon tot een bijbaantje te bewegen. En nu de zomervakantie is begonnen vraagt Marlies zich af hoe ze die acht weken moet doorkomen met een passieve bankhanger. Maar dan verrast én ontroert hij haar.
Het is nog maar net vakantie, maar ik ben nu al de wanhoop nabij. De pubers hangen graag op de bank, liefst met de gordijnen dicht, en als ik er niets van zeg houden ze dat met gemak de ganse dag vol (al gaat de jongste voor de afwisseling nog wel een rondje skaten). Gamen, whatsappen, ontbijten, wat drinken, film kijken, een tussendoortje wegknagen: alles gebeurt liggend.
De salontafel zakt bijna door z’n poten wegens overbelasting door al die lege glazen en borden, dus ook daar moet ik achteraan zitten, want ik ga die vuile vaat echt niet voor ze opruimen. Gék word ik ervan, en omdat ik vanuit huis werk, is dit passieve gehang moeilijk te negeren.
‘Vakken vullen bij Albert Heijn, lijkt je dat niet leuk?”
Ik ben niet gek!’
‘Nou, je verdient dan wel geld en volgens mij hebben die vakkenvullers het heel gezellig met elkaar.’
‘……’
‘Afwassen in een restaurant dan?’
Stilte.
Jippie, een bijbaantje!
Hij is vijftien geworden dit voorjaar – eindelijk mocht ‘ie een bijbaantje! Maar nu het zover was, bleek hij nergens voor te porren. Schoonmaken? Hand- en spandiensten op een camping verrichten? IJsjes verkopen in de dierentuin? Een good old krantenwijkje dan? Of auto’s poetsen bij een garage – je bent toch zo dol op auto’s? We hadden het tegen dovemansoren, want na tig keer oogrollen was de puber afgehaakt. Hoe moest dat nu? Waren wij te soft als ouders, moest er dwang aan te pas komen?
Het lijkt ons wel zo gezond, een bijbaantje. Niet alleen omdat lethargisch hangen bepaald niet vrolijk stemt en ook omstanders (zoals ikzelf) daaronder lijden, of omdat hij zo z’n eigen centjes kan verdienen om naar de bios te gaan met zijn vrienden. Nee, het lijkt ons vooral goed voor zijn algemene ontwikkeling. Of je nou vakken vult of op een camping werkt, het verruimt je blik.
Avonturen op de werkvloer
Van vrienden en schoonzussen hoorde ik hoe enthousiast hun bloedjes zijn over hun bijbaantjes, en hoeveel ze erdoor groeien. Er wordt een beroep op ze gedaan, ze leren nieuwe dingen, ze werken samen met mensen van diverse pluimage, ze worden serieus genomen en vooruit, dat geld dat ze na afloop krijgen, geeft ook een goed gevoel. En ’s avonds aan tafel zitten ze boordevol verhalen over wat ze nou toch weer hebben meegemaakt.
Ik zag het somber in: de komende zomer zou wel eens een lange kunnen worden, met twee luie pubers in huis. Ik kreeg het benauwd bij de gedachte. “Jongens, twee dingen: tussen 11 en 17 uur wordt er niet ‘geschermd’ in de vakantie. En wie geen bijbaan heeft, laat een keer per dag een halfuur lang de hond uit!” verkondigde ik streng. Bij die laatste opmerking pinde ik mijn blik vast in die van mijn oudste, die verontwaardigd terugkeek.
Verrassing!
‘Het gaat niet gebeuren dat ik de hele dag werk en daarnaast boodschappen doe, was, eten kook, de hond uitlaat en schoonmaak terwijl jullie acht weken lang op de bank liggen’, verduidelijkte ik. Niemand kwam in actie. ‘Wat zijn je plannen voor morgen?’, vroeg ik mijn oudste terwijl we een rondje met het hondje door het bos deden.
‘Morgenmiddag heb ik afgesproken met vrienden, morgenochtend heb ik een sollicitatiegesprek.’
‘Huh?’
‘Ja. Ik heb gemaild naar de Dierenbescherming. Ze zoeken vrijwilligers.’
‘Maar je mag toch pas vanaf je zestiende in het asiel werken?’
Schouderophalend: “Ik kreeg meteen een mail terug. Ze hebben het druk. En voor de honden zorgen mag zelfs pas vanaf achttien jaar, maar ik ga naar de katten.” Hokken schoonmaken en wat knuffelen, licht hij toe. ‘Wat gaaf! Dus je wordt een kattenvrouwtje?’, grap ik. Hij lacht. Ik smelt. Wat een aangename verrassing. Het komt meer dan goed met deze gast, deze zomer. En als hij met zijn vrienden naar de film wil, zullen wij hem wel spekken.